Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Jod.] [60]Hij [61]zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat [62]Hij het hem opgelegd heeft. 60. Te weten, die het juk in zijne jeugd heeft leren dragen. Anders: hij zal zitten, enz., of, [dat] hij zitte. 61. Hij neme het kruis in zijne enigheid stil op, zonder groot gebaar te maken, gedachtig zijnde dat het de Heere hem tot zijn best heeft opgelegd; zie Ps.39:10. 62. Te weten de Heere.